Categorieën
Technologie- & IT-Recht

AI en Auteursrecht: Een Juridisch Perspectief vanuit Duitsland op het Gebruik van Foto’s in Trainingsdatasets

Naarmate kunstmatige intelligentie (AI) zich verder ontwikkelt, worden de juridische vraagstukken rond het gebruik ervan steeds complexer, met name wat betreft het trainen van AI-modellen met auteursrechtelijk beschermde materialen. Een recente uitspraak van de regionale rechtbank van Hamburg (LG Hamburg, uitspraak van 27.09.2024 – 310 O 227/23) behandelt de kwestie of het opnemen van een auteursrechtelijk beschermde afbeelding in een AI-trainingsdataset een schending van het auteursrecht vormt volgens het Duitse recht.

Deze zaak is een belangrijk moment voor zowel AI-ontwikkelaars als contentmakers, omdat het duidelijkheid biedt over hoe bestaande auteursrechtelijke wetgeving van toepassing is op AI-trainingsdatasets. Tegelijkertijd blijven bredere vragen over de compatibiliteit van het huidige auteursrechtelijk kader met snel evoluerende AI-technologieën onbeantwoord.

De Zaak: Auteursrechtinbreuk en AI Trainingsdata

Het geschil in de regionale rechtbank van Hamburg draaide om een dataset van 5,85 miljard beeld-tekstparen, bedoeld voor het trainen van generatieve AI-systemen. De dataset, die gratis beschikbaar was voor het publiek, bevatte afbeeldingen die van verschillende websites waren gehaald. Een van de afbeeldingen, afkomstig van een fotoagentschap en gemarkeerd met een watermerk, zou zonder toestemming van de fotograaf zijn gebruikt. De eiser, die beweerde de maker van de afbeelding te zijn, voerde aan dat het downloaden en opslaan van de foto voor opname in de AI-trainingsset neerkwam op een ongeoorloofde reproductie, wat een inbreuk op het auteursrecht zou vormen.

Juridische Vraagstukken

De rechtbank moest twee belangrijke juridische vragen beantwoorden:

  1. Schending van Reproductierechten (Artikel 16 van de Duitse Auteurswet – UrhG)
    De eiser beweerde dat de gedaagde door het downloaden en opnemen van de foto in de AI-dataset zijn auteursrechten schond, aangezien de reproductie van de afbeelding zonder toestemming een inbreuk vormde op artikel 16 van de UrhG, dat reproductierechten regelt.
  2. Toepassing van Auteursrechtelijke Uitzonderingen
    De gedaagde verweerde zich door verschillende uitzonderingen op de Duitse Auteurswet (UrhG) in te roepen, met name de artikelen 44a, 44b en 60d, die betrekking hebben op tijdelijke reproducties, tekst- en datamining, en reproducties voor wetenschappelijk onderzoek.

De Uitspraak van de Rechtbank

De regionale rechtbank van Hamburg oordeelde uiteindelijk in het voordeel van de gedaagde en stelde dat er geen sprake was van auteursrechtinbreuk. De uitspraak van de rechtbank was gebaseerd op een ruime interpretatie van de auteursrechtelijke uitzonderingen, met name in het licht van de snelle technologische ontwikkelingen op het gebied van AI.

  1. Tijdelijke Reproducties (§ 44a UrhG)
    De rechtbank oordeelde dat het downloaden van de afbeelding als onderdeel van een geautomatiseerd proces, essentieel voor de werking van het AI-trainingssysteem, een tijdelijke reproductie vormde onder § 44a UrhG. Dit artikel staat tijdelijke reproducties toe als onderdeel van een technisch proces, mits deze geen zelfstandige commerciële functie hebben en noodzakelijk zijn voor de werking van het systeem. De rechtbank stelde vast dat dit het geval was voor de gedaagde, aangezien de reproductie essentieel was voor de functie van het AI-trainingsproces.
  2. Tekst- en Datamining (§ 44b UrhG)
    De rechtbank volgde het standpunt van de gedaagde dat het verzamelen van beeld-tekstparen voor AI-training een vorm van datamining was onder § 44b UrhG. Deze bepaling staat grootschalige data-analyse (datamining) toe en werd ruim geïnterpreteerd om ook het trainen van AI-modellen te omvatten. De rechtbank erkende dat de reikwijdte van § 44b UrhG was ontworpen om technologische vooruitgang, waaronder AI-innovatie, te bevorderen, zelfs wanneer auteursrechtelijk beschermde werken worden gebruikt.
  3. Wetenschappelijk Onderzoek (§ 60d UrhG)
    Hoewel het AI-onderzoek commerciële doelen had, accepteerde de rechtbank dat het proces ook een belangrijk wetenschappelijk component bevatte. Artikel 60d UrhG staat reproducties voor wetenschappelijk onderzoek toe, zelfs als het onderzoek commerciële doelen dient, zolang het onderzoek zelf de hoofddoelstelling blijft. De rechtbank concludeerde dat het gebruik van de dataset voor AI-training onder deze bepaling viel en verwierp daarom de eis van de eiser.

Breder Juridisch Kader: De Uitdaging van AI-Modellen Trainen met Auteursrechtelijk Beschermde Werken

Hoewel de uitspraak van de rechtbank van Hamburg enige duidelijkheid biedt, legt de zaak ook bredere juridische vraagstukken bloot over de interactie tussen AI en auteursrecht in Duitsland. Zoals opgemerkt in een juridisch rapport van Dornis en Stober, maakt het trainen van generatieve AI-modellen zoals ChatGPT, DALL-E en Stable Diffusion vaak substantieel gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal. Deze modellen, die in staat zijn creatieve inhoud te genereren op basis van gebruikersinstructies, zijn sterk afhankelijk van grote datasets voor hun training, waarvan een aanzienlijk deel auteursrechtelijk beschermd is.

De juridische uitdagingen rond AI-trainingsdatasets kunnen worden onderverdeeld in verschillende fasen:

  1. Verzameling en Voorbereiding van Trainingsdata
    Het verzamelen van auteursrechtelijk beschermde werken voor opname in AI-trainingsdatasets kan op zichzelf worden gezien als een vorm van reproductie. Tijdens het verzamelen van data (vaak via scraping) worden auteursrechtelijk beschermde materialen gekopieerd en opgeslagen, wat een schending van de reproductierechten volgens § 16 UrhG kan vormen als er geen juridische uitzondering van toepassing is.
  2. Training van AI-Modellen
    Wanneer AI-modellen worden getraind, “onthouden” ze delen van de data waaraan ze zijn blootgesteld. Deze internalisatie van data tijdens processen zoals pre-training en fine-tuning kan ook worden beschouwd als een vorm van reproductie volgens het Duitse auteursrecht, omdat de data worden gebruikt om de functionaliteit van het model op te bouwen.
  3. Gebruik en Openbare Beschikbaarheid van AI-Modellen
    Zodra de AI-modellen beschikbaar worden gesteld aan het publiek, hetzij als zelfstandige software of via gebruikersinterfaces, kunnen er verdere auteursrechtelijke implicaties zijn. Als het model output genereert die lijkt op of voortkomt uit auteursrechtelijk beschermde werken die zijn gebruikt bij de training, rijst de vraag of dit een nieuwe handeling van reproductie of distributie van de oorspronkelijke werken is.

Grenzen van de Bestaande Auteursrechtelijke Uitzonderingen in Duitsland

De huidige Duitse auteurswet bevat wel enkele uitzonderingen, maar is mogelijk niet volledig uitgerust om de complexiteit van AI-training aan te pakken:

  • Tijdelijke Reproducties (§ 44a UrhG) zijn alleen van toepassing op vluchtige kopieën die worden gemaakt tijdens technische processen. Dit is vaak onvoldoende voor AI-modellen, die data veel langduriger opslaan.
  • Tekst- en Datamining (§ 44b UrhG) staat het gebruik van auteursrechtelijk beschermde werken voor grootschalige data-analyse toe, maar dekt mogelijk niet de volledige reikwijdte van AI-training, waarbij data wordt opgeslagen en door het model op creatieve wijze wordt gebruikt. Hoewel de rechtbank van Hamburg de uitzondering voor datamining uitbreidde tot AI-training, is deze interpretatie mogelijk niet in alle gevallen van toepassing.
  • Wetenschappelijk Onderzoek (§ 60d UrhG) is van toepassing op niet-commercieel en commercieel onderzoek, maar is mogelijk niet altijd relevant voor AI-modellen die voornamelijk voor commerciële doeleinden worden gebruikt.

De DSM-richtlijn, die de basis vormt voor het auteursrecht in de EU, bemoeilijkt de situatie verder. Deze richtlijn was niet ontworpen met generatieve AI-modellen in gedachten en biedt beperkte richtlijnen over hoe AI moet worden gereguleerd wat betreft auteursrecht.


Conclusie: Een Oproep tot Juridische Duidelijkheid

De uitspraak van de regionale rechtbank van Hamburg markeert een belangrijke stap in het verduidelijken van hoe het bestaande auteursrecht in Duitsland van toepassing is op AI-trainingsdatasets. Naarmate AI-technologie zich verder ontwikkelt, worden de beperkingen van de huidige juridische kaders echter steeds duidelijker. Hoewel uitzonderingen zoals die gevonden in §§ 44a, 44b en 60d UrhG enige flexibiliteit bieden, lossen ze niet volledig de behoeften op van zowel AI-ontwikkelaars als auteursrechthebbenden.

Deze uitspraak onderstreept de noodzaak voor duidelijkere wetgeving om de bescherming van intellectuele eigendomsrechten in balans te brengen met de bevordering van AI-innovatie. Naarmate generatieve AI steeds belangrijker wordt in verschillende industrieën wereldwijd, zullen wetgevers in Duitsland en daarbuiten de toenemende spanningen tussen auteursrecht en technologische vooruitgang onder ogen moeten zien.

Advocaat Jens Ferner

Door Advocaat Jens Ferner

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.

Let op: Voor bedrijven zijn wij landelijk actief, voor consumenten uitsluitend in NRW voor strafverdediging + OWI's!