In zijn vonnis van 23 juli 2024 (zaaknr. 84 O 124/23) heeft de rechtbank van Keulen zich gebogen over de wettelijke verplichting van winkeliers om oude elektronische apparaten onder bepaalde voorwaarden kosteloos terug te nemen. De rechtbank richtte zich op de terugnameplicht volgens de Duitse wet op elektrische en elektronische apparaten (ElektroG) en de vraag of een weigering van een winkelier om oude elektronische apparaten terug te nemen, een schending van deze wettelijke verplichtingen betekende.
Categorie: Technologie- & IT-Recht
In het vonnis van het Saarlandse Oberlandesgericht Saarbrücken (zaaknummer 2 U 75/23) werd bepaald dat een contract voor de latere installatie van een geleverde batterijopslagsysteem doorgaans wordt geclassificeerd als een koopovereenkomst met installatieverplichting en niet als een aannemingsovereenkomst. Dit onderscheid heeft aanzienlijke gevolgen voor de rechten en plichten van de contractpartijen en voor de verjaringstermijnen van garantieclaims.
Het Europese Hof van Justitie (HvJ) heeft onlangs een uitspraak gedaan (arrest van 4 oktober 2024), waarin wordt vastgesteld dat de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) niet uitputtend regelt wie inbreuken op de gegevensbescherming kan vervolgen. Deze beslissing heeft belangrijke gevolgen voor concurrenten die AVG-overtredingen willen aanpakken.
In het digitale tijdperk is de bescherming van bedrijfsgeheimen steeds complexer geworden, vooral in landen met strikte gegevensbeschermingswetten zoals Duitsland. Een recente uitspraak van het Oberlandesgericht (OLG) München (7 U 351/23) benadrukt de ernstige juridische gevolgen voor werknemers die bedrijfs-e-mails of gegevens naar hun privé-e-mailaccounts doorsturen. Voor buitenlandse bedrijven met werknemers in Duitsland is het cruciaal om deze risico’s te begrijpen om gevoelige bedrijfsinformatie te beschermen en mogelijke interne bedreigingen te voorkomen.
Het TOR-netwerk (The Onion Router), dat wereldwijd wordt gebruikt voor anonieme communicatie, is een essentieel hulpmiddel geworden voor journalisten, activisten en klokkenluiders. Maar vanwege de anonimiteit die het biedt, is het ook aantrekkelijk geworden voor criminele organisaties. Dit heeft ervoor gezorgd dat het TOR-netwerk een belangrijk doelwit is geworden voor wetshandhavingsinstanties wereldwijd. Het netwerk, dat ooit als ondoordringbaar werd beschouwd, is nu toegankelijk voor onderzoekers door middel van nieuwe technieken zoals timing-aanvallen, verkeersanalyse en internationale samenwerking.
In de afgelopen jaren hebben wetshandhavingsinstanties in heel Europa de krantenkoppen gehaald met grootschalige operaties gericht op versleutelde berichtenservices zoals EncroChat, ANOM, SkyECC en, recenter, Ghost. Deze diensten, die voornamelijk werden gebruikt door georganiseerde criminele netwerken, vormen aanzienlijke uitdagingen voor zowel onderzoekers als advocaten.
De ontmanteling van deze platforms heeft geleid tot de inbeslagname van enorme hoeveelheden gegevens, vaak inclusief miljoenen berichten die voorheen ontoegankelijk werden geacht vanwege geavanceerde encryptie. Hoewel deze operaties, zoals “Project Overclock”, worden geprezen als belangrijke successen in de strijd tegen georganiseerde misdaad, roepen ze ook belangrijke vragen op, vooral als het gaat om de rechten van verdachten en de moeilijkheden waarmee hun juridische teams worden geconfronteerd.
De snelle vooruitgang van digitalisering en automatisering vormt de huidige werkomgeving in een ongekend tempo. Vooral in de robotica biedt deze ontwikkeling enorm veel potentieel, omdat robots steeds intelligenter en autonomer worden. Deze snelle technologische vooruitgang brengt echter ook juridische uitdagingen met zich mee, vooral in het omgaan met de enorme hoeveelheden data die door deze systemen worden gegenereerd en gebruikt.
De Europese Data Act en de Data Governance Act (DGA) zijn essentiële regelingen, niet alleen voor gegevensbescherming maar ook voor het bevorderen van innovatie in de robotica.
De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) zal de duurzaamheidsrapportagevereisten voor bedrijven in heel Europa, inclusief Duitsland, aanzienlijk uitbreiden. Terwijl Duitsland zich voorbereidt op de implementatie van deze EU-richtlijn in nationale wetgeving, zullen veel bedrijven worden getroffen en geconfronteerd worden met extra verplichtingen in hun bedrijfsrapportages. In dit artikel leggen we uit wat de CSRD inhoudt, de belangrijkste onderdelen ervan en hoe Duitsland zich voorbereidt op de invoering.
Naarmate kunstmatige intelligentie (AI) zich verder ontwikkelt, worden de juridische vraagstukken rond het gebruik ervan steeds complexer, met name wat betreft het trainen van AI-modellen met auteursrechtelijk beschermde materialen. Een recente uitspraak van de regionale rechtbank van Hamburg (LG Hamburg, uitspraak van 27.09.2024 – 310 O 227/23) behandelt de kwestie of het opnemen van een auteursrechtelijk beschermde afbeelding in een AI-trainingsdataset een schending van het auteursrecht vormt volgens het Duitse recht.
Deze zaak is een belangrijk moment voor zowel AI-ontwikkelaars als contentmakers, omdat het duidelijkheid biedt over hoe bestaande auteursrechtelijke wetgeving van toepassing is op AI-trainingsdatasets. Tegelijkertijd blijven bredere vragen over de compatibiliteit van het huidige auteursrechtelijk kader met snel evoluerende AI-technologieën onbeantwoord.
In een geglobaliseerde wereld, waar inhoud vrij over grenzen heen circuleert, is het bepalen van de bevoegdheid bij gevallen van auteursrechtinbreuk ingewikkelder geworden. Een recente beslissing van de rechtbank van Berlijn (LG Berlin, Zaaknr. 15 O 260/22) belicht de kwesties rond internationale bevoegdheid in digitale auteursrechtzaken. Deze uitspraak, waarin een Zwitserse bank beschuldigd werd van het ongeoorloofd gebruik van een muziekwerk op haar website, benadrukt wanneer buitenlandse entiteiten juridische uitdagingen in Duitsland kunnen tegenkomen vanwege auteursrechtinbreuken op internet.
In dit artikel wordt niet alleen de beslissing van de rechtbank van Berlijn besproken, maar ook een breder perspectief gegeven op de internationale bevoegdheid bij auteursrechtgeschillen en hoe bedrijven buiten Duitsland onbedoeld het Duitse auteursrecht kunnen schenden door hun websites toegankelijk te maken voor Duitse gebruikers.