Categorieën
Technologie- & IT-Recht

Contract voor de latere installatie van een geleverde batterijopslagsysteem doorgaans wordt geclassificeerd als een koopovereenkomst met installatieverplichting

In het vonnis van het Saarlandse Oberlandesgericht Saarbrücken (zaaknummer 2 U 75/23) werd bepaald dat een contract voor de latere installatie van een geleverde batterijopslagsysteem doorgaans wordt geclassificeerd als een koopovereenkomst met installatieverplichting en niet als een aannemingsovereenkomst. Dit onderscheid heeft aanzienlijke gevolgen voor de rechten en plichten van de contractpartijen en voor de verjaringstermijnen van garantieclaims.

Feiten van de Zaak

De eiser had een contract gesloten met de verweerder voor de levering en installatie van een energieopslagsysteem. In het contract was de mogelijkheid opgenomen om de capaciteit van het systeem later uit te breiden, wat de eiser op een later moment wilde benutten. De verweerder weigerde echter de uitbreiding uit te voeren met het argument dat een dergelijke upgrade slechts mogelijk was binnen een jaar na de eerste ingebruikname. De eiser verklaarde vervolgens de ontbinding van het contract en eiste een terugbetaling, evenals schadevergoeding. De rechtbank in Saarbrücken beschouwde het contract als een aannemingsovereenkomst en besliste in het voordeel van de eiser. De verweerder ging tegen dit vonnis in beroep.

Juridische Analyse

Differentiatie: Koopovereenkomst met Installatieverplichting vs. Aannemingsovereenkomst

Het Saarlandse Oberlandesgericht behandelde de vraag of het betreffende contract als een aannemingsovereenkomst of een koopovereenkomst met installatieverplichting moest worden gekwalificeerd. Volgens de jurisprudentie is de doorslaggevende factor welk aspect de nadruk legt in de overeenkomst: de eigendomsoverdracht (koopovereenkomst) of het bereiken van een specifiek resultaat (aannemingsovereenkomst).

  • Leveringsovereenkomst: Een dergelijke overeenkomst bestaat wanneer de primaire verplichting de levering van een te vervaardigen of te produceren roerend goed betreft. Als de overeenkomst ook de installatie omvat, is de verhouding tussen levering en installatie doorslaggevend.
  • Koopovereenkomst met Installatieverplichting: Het hof beschouwde dit als een koopovereenkomst met installatieverplichting wanneer de installatie slechts een ondergeschikte verplichting in verhouding tot de levering is. Belangrijke factoren hierbij zijn de verhouding tussen materiaalkosten en installatiekosten, evenals de mate van maatwerk.

Beoordeling door het Hof

Het hof oordeelde dat de overeenkomst met betrekking tot de energieopslageenheid voornamelijk betrekking had op de levering van een standaard batterijsysteem, dat alleen door middel van eenvoudige installatie werd geïnstalleerd. Uit de overeenkomst bleek dat de installatie van ondergeschikt belang was, aangezien de batterijsysteem een standaardproduct betrof en de werkzaamheden zich voornamelijk beperkten tot het aansluiten op het bestaande systeem. Ook de Hoge Raad (BGH) heeft in vergelijkbare zaken (zoals zonnepanelen) geoordeeld dat dergelijke overeenkomsten doorgaans koopovereenkomsten vormen, zolang er geen uitgebreide planningsdiensten of op maat gemaakte aanpassingen vereist zijn.

Verjaringstermijn

Op basis van deze classificatie was de verjaringstermijn van twee jaar volgens § 438 Abs. 1 Nr. 3 BGB van toepassing, die geldt voor koopovereenkomsten. Aangezien de levering van de batterijsysteem al in 2017 had plaatsgevonden en de eiser pas in 2021 een rechtszaak aanspande, waren zijn aanspraken verjaard volgens § 214 BGB. De vijfjarige verjaringstermijn volgens § 438 Abs. 1 Nr. 2 BGB, die van toepassing is op gebouwen of onderdelen die essentieel zijn voor hun bestaan, was in dit geval niet van toepassing. Het hof stelde vast dat de energieopslag niet vast met het gebouw was verbonden en ook niet essentieel was voor de bruikbaarheid van het gebouw.

Conclusie

Het Saarlandse Oberlandesgericht Saarbrücken vernietigde het vonnis van de rechtbank en wees de eis van de eiser af. De kwalificatie van de overeenkomst als koopovereenkomst met installatieverplichting betekende dat de verjaringstermijn van twee jaar al was verstreken. De ontbinding door de eiser was daarom ongeldig.

Samenvatting

Dit vonnis illustreert dat een uitgebreide beoordeling nodig is bij het onderscheid tussen een koopovereenkomst met installatieverplichting en een aannemingsovereenkomst. Factoren zoals het type product, de verhouding tussen leverings- en installatiekosten en de mate van maatwerk zijn essentiële criteria. Dit heeft verregaande gevolgen voor verjaringstermijnen en daarmee voor de rechten van de contractpartijen.

Advocaat Jens Ferner
Laatste berichten van Advocaat Jens Ferner (alles zien)

Door Advocaat Jens Ferner

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.

Let op: Voor bedrijven zijn wij landelijk actief, voor consumenten uitsluitend in NRW voor strafverdediging + OWI's!