Categorieën
Strafwetgeving

Medische Verantwoordelijkheid en Juridische Risico’s: Dood door Schuld en Doodslag in de Medische Context

Artsen dragen een enorme verantwoordelijkheid die ver uitstijgt boven de directe behandeling van patiënten. Medische fouten kunnen niet alleen gezondheidsgevolgen hebben, maar ook juridische gevolgen. Beschuldigingen van dood door schuld of zelfs doodslag vormen aanzienlijke uitdagingen voor betrokken artsen en bedreigen hun professionele en persoonlijke bestaan.

Dit artikel behandelt de juridische basisprincipes van dood door schuld en doodslag in de medische sector en toont met voorbeelden en recente rechterlijke uitspraken hoe artsen door zowel handelen als nalaten aansprakelijk kunnen worden gesteld.

Dood door Schuld: Juridische Basis

Volgens artikel 222 van het Duitse Strafwetboek (StGB) maakt iemand zich schuldig aan dood door schuld als hij door het schenden van de vereiste zorgplicht de dood van een persoon veroorzaakt. In de medische context betekent dit dat er sprake is van een behandelingsfout wanneer een arts afwijkt van erkende medische standaarden en deze afwijking causaal is voor de dood van de patiënt.

Handelen en Nalaten

Dood door schuld door artsen kan zowel door actief handelen als door nalaten plaatsvinden:

Actief Handelen: Een voorbeeld hiervan is verkeerd handelen tijdens een operatie, zoals in de zaak van het Gerechtshof (OLG) Hamm (Beslissing van 08.06.2005). In deze zaak voerden artsen een laparoscopische galblaasverwijdering uit en herkenden de anatomische situatie niet correct, wat resulteerde in het doorsnijden van de hoofdgalgang. Deze fout leidde uiteindelijk tot sepsis en de dood van de patiënt. De rechtbank zag hier een duidelijke schending van de medische standaard, aangezien de artsen verzuimden de galwegen correct te identificeren en in beeld te brengen.

Nalaten: Nalaten kan ook leiden tot dood door schuld wanneer er een garantieverplichting bestaat om te handelen. Een bekend voorbeeld is het arrest van het Bundesgerichtshof (BGH) (Vonnis van 02.02.1979), waarin een arts naliet noodzakelijke diagnostiek op tijd uit te voeren bij een patiënt. De patiënt overleed aan een niet-ontdekte ziekte. De rechtbank oordeelde dat het nalaten van noodzakelijke diagnostische maatregelen een schending van de zorgplicht van de arts vormde, geworteld in de garantieverplichting, aangezien de arts door het overnemen van de behandeling verplicht was tot een zorgvuldige diagnose.

Bijzondere Overwegingen en Uitdagingen

In de praktijk zijn er vaak meerdere factoren die bijdragen aan een schending van de zorgplicht. Organisatorische tekortkomingen in ziekenhuizen, vermoeidheid en stressvolle situaties, vooral bij beginners, kunnen een rol spelen.

Het geval van de Rechtbank Keulen (Vonnis van 16.05.2012) illustreert hoe structurele tekortkomingen en te lange werktijden van een jonge arts-assistent tot een fatale fout leidden: De verwisseling van bloedtransfusies leidde tot de dood van een patiënt. Deze fout werd aanzienlijk beïnvloed door stressgerelateerde concentratieproblemen, versterkt door de organisatorische tekortkomingen van het ziekenhuis.

Doodslag in de Medische Context: BGH-beslissing van 29 mei 2024 (Ref. 4 StR 138/22)

Naast dood door schuld zijn er ook gevallen waarin artsen beschuldigd worden van opzettelijk handelen, wat kan leiden tot een veroordeling wegens doodslag. Een dergelijk scenario werd behandeld in de BGH-beslissing van 29 mei 2024.

Feiten en Juridische Beoordeling

De beklaagde, een specialist in anesthesiologie, werkte op een intensive care-afdeling en was verantwoordelijk voor een ernstig door COVID-19 geïnfecteerde patiënt. Ondanks intensieve medische maatregelen verslechterde de toestand van de patiënt. De beklaagde besloot de levensondersteunende maatregelen te beëindigen en diende hoge doses medicijnen toe, waaronder kaliumchloride, met de intentie de dood van de patiënt te veroorzaken.

De regionale rechtbank van Essen veroordeelde de beklaagde aanvankelijk wegens doodslag, in de veronderstelling dat de toediening van de medicijnen causaal was voor de dood van de patiënt. De BGH vernietigde dit vonnis echter vanwege onvoldoende bewijs voor de causaliteit van de toediening van kaliumchloride. Het was onduidelijk of de medicijnen daadwerkelijk de dood hadden veroorzaakt of dat andere factoren, zoals ernstige longontsteking en multi-orgaanfalen, een beslissende rol speelden.

Belangrijke Juridische Aspecten

De zaak benadrukt de uitdagingen bij het onderscheiden van toelaatbare palliatieve zorg en strafbare doodslag. De focus ligt op de vragen van causaliteit en opzet:

  • Causaliteit: De handeling van de arts moet volgens erkende wetenschappelijke principes als noodzakelijke voorwaarde voor de dood worden gezien. In gevallen waarin de patiënt al in het stervensproces is, moet worden vastgesteld of de medische interventie de dood daadwerkelijk heeft versneld.
  • Opzet: Het is cruciaal om te beoordelen of de arts bewust en opzettelijk heeft gehandeld met de intentie de dood te veroorzaken. Opzet tot doden kan ook een rol spelen bij het afwegen van medische noodzaak en ethische overwegingen.

Conclusie: Het Belang van Naleving van Medische Standaarden en Juridische Bewustwording

Artsen moeten zich bewust zijn van de juridische risico’s die gepaard gaan met hun behandelingsbeslissingen. Zowel dood door schuld als doodslag kunnen ernstige juridische gevolgen hebben. Het is van belang dat de rechtbanken de individuele omstandigheden van elk geval zorgvuldig onderzoeken om rechtvaardig onderscheid te maken tussen toelaatbare medische behandeling en strafbaar gedrag.

Voor artsen is het essentieel om altijd volgens de actuele medische standaarden te handelen en organisatorische tekortkomingen tijdig te herkennen en aan te pakken. In de verdediging tegen strafrechtelijke beschuldigingen is het van cruciaal belang om alle relevante omstandigheden—zoals stressfactoren, organisatorische tekortkomingen en de medische noodzaak van bepaalde handelingen—grondig te onderzoeken om een genuanceerde en rechtvaardige beoordeling van het individuele geval te bereiken.

Advocaat Jens Ferner

Door Advocaat Jens Ferner

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.

Let op: Voor bedrijven zijn wij landelijk actief, voor consumenten uitsluitend in NRW voor strafverdediging + OWI's!