Seksuele intimidatie in de context van het Duitse strafrecht is voornamelijk geregeld in § 184i van het Duitse Wetboek van Strafrecht (StGB). Dit artikel betreft seksuele handelingen die de seksuele autonomie van het slachtoffer schenden, maar onder de ernstigheidsdrempel van § 177 StGB (seksuele aanval, seksuele dwang, verkrachting) vallen. De wetgever wilde met de invoering van § 184i handelingen bestraffen die duidelijk seksueel van aard zijn, maar niet de ernst van een aanval of dwang bereiken.
Juridisch Kader van § 184i StGB
Volgens § 184i Abs. 1 StGB maakt iemand zich schuldig aan seksuele intimidatie als hij “op een seksueel bepaalde manier een ander fysiek aanraakt en daardoor intimideert”. Dit bestaat uit twee hoofdelementen:
- Fysieke aanraking: Er moet fysiek contact zijn tussen de dader en het slachtoffer. Dit contact hoeft niet beperkt te zijn tot de primaire geslachtsorganen; ook het aanraken van andere lichaamsdelen zoals armen, benen of rug kan onder dit artikel vallen als de omstandigheden erop wijzen dat het contact een seksuele lading heeft.
- Seksueel bepaalde wijze: Het contact moet objectief een seksuele context hebben. Hierbij wordt niet alleen naar de motivatie van de dader gekeken, maar ook naar het uiterlijke karakter van de handeling en hoe deze door een objectieve derde zou worden waargenomen. Een handeling wordt als “seksueel bepaald” beschouwd als deze in het algemeen als seksueel kan worden opgevat.
Beslissing van het OLG Hamm (4 RVs 1/19)
In de beslissing van het Oberlandesgericht (OLG) Hamm van 31 januari 2019 werd de verdachte veroordeeld voor seksuele intimidatie in samenloop met belediging. De vraag of er sprake was van seksuele intimidatie volgens § 184i StGB werd echter kritisch beoordeeld en gedeeltelijk vernietigd. Het hof stelde daarbij belangrijke principes vast die de grens verduidelijken tussen strafbare seksuele intimidatie en enkel ongepaste of opdringerige handelingen.
In dit specifieke geval werd de verdachte ervan beschuldigd de knie van een vrouw te hebben aangeraakt in een trein. Het Landgericht Detmold oordeelde aanvankelijk dat deze aanraking “op een seksueel bepaalde manier” was, omdat de verdachte de vrouw eerder fysiek was genaderd en haar als zijn “vrouw” had aangeduid. Het OLG Hamm vernietigde deze beslissing echter, omdat de vaststellingen over de seksuele bepaling van de aanraking onvoldoende waren.
Belangrijke Criteria voor het Bepalen van Seksuele Intimidatie
- Seksueel karakter van de handeling: Het is niet voldoende dat het slachtoffer zich geïntimideerd voelt; de handeling moet ook objectief een seksuele component hebben. Het OLG benadrukte dat niet alleen de subjectieve intentie van de dader van belang is; de handeling moet voor een neutrale waarnemer een seksuele lading hebben. Het enkele aanraken van een geklede knie voldoet niet automatisch aan deze voorwaarde, aangezien een dergelijke handeling ambivalent kan zijn. In het vonnis werd aangegeven dat, hoewel de aanraking ongewenst en opdringerig was, dit op zichzelf niet voldoende is om het als “seksueel bepaald” te beschouwen.
- Intensiteit en context van de handeling: Aanrakingen moeten een bepaalde intensiteit of intimiteit hebben om als seksuele intimidatie te worden beschouwd. De wetgever had handelingen zoals het aanraken van de genitaliën of het kussen van de nek voor ogen, terwijl eenvoudige aanrakingen van minder intieme lichaamsdelen niet per se aan de wettelijke vereisten voldoen. Het OLG gaf aan dat de mate van intimiteit ook kan worden beïnvloed door factoren zoals kleding of de omstandigheden waarin de aanraking plaatsvond. Een aanraking door dikke kleding is bijvoorbeeld minder intiem dan een aanraking op de blote huid of door dunne kleding.
- Onderscheid tussen “louter ongepast gedrag”: Niet elke onaangename of opdringerige aanraking is seksuele intimidatie. De wet is niet bedoeld om slechts onbeleefd gedrag of grensoverschrijdend gedrag strafbaar te stellen. Het OLG benadrukte dat handelingen die objectief gezien geen voldoende seksueel karakter hebben, niet onder § 184i StGB vallen. In dit geval stelde het hof dat het aanraken van de knie ook had kunnen worden geïnterpreteerd als een uiting van een patriarchaal machtsovertuiging, maar dat dit op zichzelf nog geen seksuele intimidatie inhield.
Ernst en Subjectieve Waarneming van het Slachtoffer
Een ander belangrijk aspect is dat het slachtoffer de aanraking als intimiderend moet hebben ervaren om aan de wettelijke vereisten te voldoen. De subjectieve waarneming van het slachtoffer alleen is echter niet voldoende om te bepalen dat de handeling “seksueel bepaald” was. Er moet altijd een objectieve beoordeling van de handeling plaatsvinden.
In het voorliggende geval voelde de getuige zich duidelijk geïntimideerd, maar het hof benadrukte dat dit slechts een van de vereisten is voor strafbaarheid. Het enkele feit dat het slachtoffer de aanraking als onaangenaam ervoer, betekent niet automatisch dat er sprake is van seksuele intimidatie.
Aangezien ik voornamelijk als Duitse strafpleiter werk, ben ik met beide scenario’s bekend: Zowel bewuste als onbewuste leugens van vermeende slachtoffers van misdrijven – en ook daders die elk wangedrag proberen te ontkennen of te negeren. Eén cliché moet worden ontkracht: Bij de overgrote meerderheid van de misdrijven zijn vrouwen als slachtoffer betrokken, maar ik ken ook mannen als slachtoffer – en de schaamte die het met zich meebrengt om zich hier als man bloot te geven. Het strafrecht is slechts één “speelveld” – vooral het arbeidsrecht heeft er vaak mee te maken.
Seksuele Intimidatie op de Werkvloer en Mogelijke Arbeidsrechtelijke Gevolgen in duitsland
Seksuele intimidatie op de werkvloer is niet alleen een ernstige schending van persoonlijke rechten, maar brengt ook aanzienlijke arbeidsrechtelijke gevolgen met zich mee voor de dader. De jurisprudentie in Duitsland maakt duidelijk dat seksuele intimidatie niet wordt getolereerd en in veel gevallen kan leiden tot disciplinaire maatregelen, waaronder ontslag op staande voet. De omstandigheden van elk geval, de ernst van de beschuldigingen en het arbeidsverleden van de werknemer spelen hierbij echter een belangrijke rol.
Hieronder volgt een overzicht van de risico’s voor werknemers die worden beschuldigd van seksuele intimidatie en mogelijke verdedigingsstrategieën, gebaseerd op verschillende rechterlijke uitspraken.
Definitie en Juridisch Kader
Seksuele intimidatie op de werkvloer is geregeld in de Algemene Wet Gelijke Behandeling (AGG) in Duitsland. Volgens artikel 3, lid 4 AGG is er sprake van seksuele intimidatie wanneer ongewenst seksueel getint gedrag de waardigheid van de betrokken persoon aantast. Dit omvat zowel fysieke toenaderingen als verbale en non-verbale handelingen.
Relevante Arbeidsrechtelijke Uitspraken
a. Verbale seksuele intimidatie en de grenzen van ontslag
In een zaak van het Regionaal Arbeidshof Hamm (15 Sa 1669/15) werd het ontslag op staande voet van een regiomanager wegens verbale seksuele intimidatie getoetst. De eiser had dubbelzinnige seksuele opmerkingen gemaakt tegenover een vrouwelijke collega. Hoewel de rechtbank erkende dat de opmerkingen ongepast waren, oordeelde ze dat de werkgever een waarschuwing had moeten geven voordat ontslag overwogen werd. De rechtbank benadrukte het belang van proportionaliteit in dergelijke gevallen, en stelde dat onmiddellijk ontslag zonder voorafgaande waarschuwing alleen in ernstige situaties gerechtvaardigd is.
Deze uitspraak toont aan dat niet elke verbale misstap automatisch tot ontslag hoeft te leiden. Een langdurige en eerder onberispelijke arbeidsgeschiedenis kan ertoe leiden dat een waarschuwing als een meer passende maatregel wordt beschouwd dan onmiddellijk ontslag.
b. Fysieke seksuele intimidatie en de bewijslast
In een andere zaak van het Regionaal Arbeidshof Keulen (7 Sa 508/04) werd de eiser beschuldigd van seksuele intimidatie doordat hij een vrouwelijke collega een klap op de billen had gegeven. De eiser ontkende de beschuldiging en eiste dat de aantijgingen werden ingetrokken. De rechtbank oordeelde dat de beschuldiging van seksuele intimidatie alleen kon worden ingetrokken als bewezen was dat de beschuldiging vals was. In dit geval werd de eis voor intrekking afgewezen wegens onvoldoende bewijs. De rechtbank handhaafde echter het recht van de eiser om toekomstige herhalingen van de beschuldiging te verbieden, zolang de waarheid niet duidelijk bewezen was.
Deze zaak toont de moeilijkheden aan die ontstaan in situaties waarin beschuldigingen van seksuele intimidatie worden gedaan, maar het bewijs onduidelijk is. Werknemers hebben in dergelijke gevallen een verdedigingsmogelijkheid door de nadruk te leggen op het gebrek aan overtuigend bewijs. Dit toont ook aan dat het risico van ontslag of andere juridische gevolgen aanwezig is wanneer de beschuldiging niet definitief kan worden weerlegd.
c. Ernstige verbale seksuele intimidatie en ontslag
In een zaak voor de Arbeidsrechtbank Düsseldorf (7 Ca 1837/08) werd de eiser ontslagen na herhaalde verbale seksuele intimidatie van collega’s. De eiser had in verschillende situaties ongepaste opmerkingen gemaakt, die hij als grappen bestempelde. De rechtbank erkende dat de verbale uitingen van de eiser, hoewel bedoeld als grap, een reden voor ontslag op staande voet konden vormen. Toch benadrukte ook hier de rechtbank het proportionaliteitsbeginsel. Aangezien de arbeidsrelatie al vele jaren zonder klachten had bestaan, had een waarschuwing als mildere maatregel moeten worden overwogen.
3. Verdedigingsstrategieën voor Werknemers
Beschuldigde werknemers hebben verschillende verdedigingsopties, die kunnen worden afgeleid uit deze rechterlijke uitspraken:
- Proportionaliteit: Een van de sterkste verdedigingsargumenten is het beroep op het proportionaliteitsbeginsel. In gevallen waarin het gaat om een eenmalige of minder ernstige overtreding, is het vaak mogelijk te betogen dat een waarschuwing voldoende zou zijn geweest. Dit geldt vooral als de werknemer kan aantonen dat hij een lange, klachtenvrije arbeidsgeschiedenis heeft.
- Bewijslast: In veel gevallen kunnen beschuldigingen van seksuele intimidatie gebaseerd zijn op zwak bewijs. Werknemers kunnen aanvoeren dat de beschuldigingen niet voldoende bewezen zijn, zoals in de zaak van het Regionaal Arbeidshof Keulen. Een onduidelijke bewijslast kan het voor de werkgever moeilijk maken om de beschuldiging juridisch te rechtvaardigen.
- Intentie en context: De intentie achter het gedrag en de context waarin het plaatsvond, spelen ook een belangrijke rol. Als de opmerkingen bedoeld waren als grap en geen uitnodiging tot seksuele handelingen inhielden, kan dit als verzachtende omstandigheid worden beschouwd. Dit bleek vooral in de zaken van de Arbeidsrechtbank Düsseldorf en het Regionaal Arbeidshof Hamm, waar de rechtbanken duidelijk maakten dat niet elke ongepaste opmerking automatisch een ontslag op staande voet rechtvaardigt.
Risico’s voor Werknemers
De risico’s voor werknemers die worden beschuldigd van seksuele intimidatie zijn aanzienlijk. Naast het mogelijke ontslag op staande voet kunnen er ook schadeclaims of andere arbeidsrechtelijke gevolgen volgen. Zelfs wanneer het bewijs onduidelijk is, kan de werkgever overgaan tot een regulier ontslag of andere disciplinaire maatregelen. Het is daarom van cruciaal belang dat werknemers tijdig juridisch advies inwinnen om zich tegen dergelijke beschuldigingen te verdedigen en mogelijke gevolgen te minimaliseren.
Seksuele intimidatie in duitsland: conclusie
De beslissing van het duitse OLG Hamm benadrukt de uitdagingen bij de juridische beoordeling van seksuele intimidatie. Er is een zorgvuldige afweging van de omstandigheden nodig om vast te stellen of een aanraking daadwerkelijk “seksueel bepaald” was. Daarbij spelen zowel de intentie van de dader als de objectieve omstandigheden van de handeling een rol. Niet elke ongewenste aanraking is strafbaar; de mate van intimiteit en de specifieke omstandigheden van de handeling zijn cruciaal om te bepalen of er sprake is van een schending van § 184i StGB.
De duitse rechtspraak over seksuele intimidatie op de werkvloer toont een duidelijke lijn: Seksuele intimidatie wordt niet getolereerd en werkgevers zijn verplicht passende maatregelen te nemen om de slachtoffers te beschermen. Bij het opleggen van sancties zoals ontslag moet echter altijd het proportionaliteitsbeginsel in acht worden genomen. Werknemers die met dergelijke beschuldigingen worden geconfronteerd, kunnen zich verdedigen door een beroep te doen op proportionaliteit, de bewijslast en de context van het incident.
- Mededingingsrecht en Terugnameplicht voor Oude Elektronische Apparaten in Duitsland - oktober 19, 2024
- Contract voor de latere installatie van een geleverde batterijopslagsysteem doorgaans wordt geclassificeerd als een koopovereenkomst met installatieverplichting - oktober 19, 2024
- Waarschuwingsbrieven mogelijk in Duitsland: schending gegevensbescherming kan worden vervolgd door concurrenten - oktober 13, 2024