Categorieën
Strafwetgeving

Strafbaarheid van de invoer van verdovende middelen: Vereisten voor medeplegen

De invoer van verdovende middelen naar Duitsland is een ernstige overtreding volgens § 30 lid 1 nr. 4 van de Duitse Opiumwet (BtMG), die bestraft wordt met lange gevangenisstraffen. Niet iedereen die betrokken is bij de organisatie of het faciliteren van een dergelijke invoer kan echter automatisch als medepleger worden beschouwd. Het Bundesgerichtshof (BGH) heeft in verschillende uitspraken, waaronder de beslissing van 27 augustus 2024 (5 StR 159/24), verduidelijkt onder welke voorwaarden iemand kan worden veroordeeld als medepleger of slechts als uitlokker bij de invoer van verdovende middelen.

Medeplegen vs. Uitlokking: Een belangrijke onderscheid in het verdovende middelenrecht

In veel gevallen van drugshandel is de betrokkenheid bij de invoer complex georganiseerd. Er zijn actoren die de drugs aanschaffen, koeriers die de drugs vervoeren en andere personen die de distributie in het binnenland organiseren. Om een veroordeling als medepleger volgens § 25 lid 2 StGB te rechtvaardigen, moeten bepaalde criteria worden vervuld die verder gaan dan het enkel regelen of faciliteren van de invoer.

Vereisten voor medeplegen

Medeplegen doet zich voor wanneer de bijdrage van een deelnemer de misdaad in die mate beïnvloedt dat hij feitelijke controle heeft over de uitvoering, of op zijn minst de intentie toont om die controle te hebben. Dit betekent niet dat de beschuldigde zelf de verdovende middelen hoeft te transporteren, maar zijn betrokkenheid moet doorslaggevend zijn in de planning en uitvoering van de daad. Belangrijke factoren zijn:

  • De mate van eigen belang bij het succes van de misdaad: De deelnemer moet een groot belang hebben bij het slagen van de misdaad.
  • Invloed bij de voorbereiding en planning: De medepleger moet een belangrijke rol spelen in de organisatie van de daad.
  • De omvang van de betrokkenheid: De bijdrage moet aanzienlijk zijn en niet slechts een ondergeschikte rol spelen.
  • Controle of de wil om controle uit te oefenen: De persoon moet in staat zijn om de uitkomst van de misdaad te beïnvloeden, of op zijn minst de wil tonen om dat te doen.

Louter faciliteren is onvoldoende

De BGH heeft duidelijk gesteld dat het enkel faciliteren of regelen van een invoer meestal niet genoeg is om medeplegen vast te stellen. Het is niet voldoende om een koerier in te huren of de logistiek te regelen als de beschuldigde geen directe invloed heeft op de feitelijke invoer. In de zaak 5 StR 159/24 had de beschuldigde wel de invoer geregeld, maar geen directe controle over het transport, dat door anderen werd uitgevoerd. Aangezien hij geen controle had over het grensoverschrijden van de verdovende middelen, zette de BGH zijn veroordeling als medepleger om in een veroordeling voor uitlokking.

Juridische betekenis van uitlokking

Het onderscheid tussen medeplegen en uitlokking is cruciaal in het verdovende middelenrecht. Terwijl medeplegers als volwaardige deelnemers worden beschouwd en dezelfde straf kunnen krijgen als hoofdplegers, wordt de straf voor uitlokkers vaak milder vastgesteld. Uitlokking doet zich voor wanneer iemand een ander aanzet om een misdaad te plegen zonder zelf actief betrokken te zijn bij de uitvoering. In de zaak 5 StR 159/24 was dit precies het geval: de beschuldigde had de koeriers geregeld om de drugs naar Duitsland te brengen, maar had geen directe betrokkenheid bij de uitvoering.

Het belang van bewijsvoering

De beslissing van de BGH benadrukt de noodzaak van nauwkeurig bewijs in zaken van drugsinvoer. Het moet duidelijk worden vastgesteld of de beklaagde daadwerkelijk aanzienlijke controle uitoefende over de uitvoering van de invoer, of dat zijn rol beperkt was tot louter planning en organisatie. Het laatste leidt meestal tot de aanname van uitlokking, niet medeplegen.

Conclusie

De jurisprudentie van de BGH stelt hoge eisen aan het vaststellen van medeplegen bij de invoer van verdovende middelen. Om als medepleger te worden veroordeeld, moet een deelnemer niet alleen betrokken zijn bij de planning en organisatie, maar ook aanzienlijke controle uitoefenen over de uitvoering van de misdaad. Het enkel regelen of inhuren van koeriers is hiervoor onvoldoende. Dit onderscheid heeft belangrijke gevolgen voor de strafoplegging en vereist een zorgvuldige toetsing en bewijsvoering in elke afzonderlijke zaak.

Advocaat Jens Ferner

Door Advocaat Jens Ferner

Ik ben een gespecialiseerde advocaat voor strafrecht + gespecialiseerde advocaat voor IT-recht en wijd mijn professionele leven volledig aan strafrechtelijke verdediging - en IT-recht als advocaat voor creatieve & digitale bedrijven en greentech. Voordat ik advocaat werd, was ik softwareontwikkelaar. Ik ben auteur in een gerenommeerd StPO-commentaar en in vakbladen.

Ons kantoor is gespecialiseerd in strafrechtelijke verdediging, witteboordenstrafrecht en IT-recht. Let op ons werk in kunstrecht, digitaal bewijs en softwarerecht.

Let op: Voor bedrijven zijn wij landelijk actief, voor consumenten uitsluitend in NRW voor strafverdediging + OWI's!